Vrouwen met urine-incontinentie gaan meestal te rade bij de huisarts. Tegen de verwachting in consulteren ze hiervoor niet vaker vrouwelijke huisartsen dan mannelijke. Nochtans kan die keuze hun behandeling beïnvloeden. Zo behandelen mannelijke huisartsen deze klacht vaker zelf en schrijven ze meer spasmolytica voor, terwijl vrouwelijke huisartsen vaker naar een specialist en fysiotherapeut verwijzen. Mannelijke huisartsen blijken ook niet zo hoog op te lopen met de blaastraining van hun patiënten. Vooral het gebruik van het vaginale toucher als instructiemethode scoort bij hen laag.